Op de plek waar nu het Stadhuis van Eindhoven staat liep vroeger een deel van de stadsgracht rond Eindhoven. Niet voor niets heet het straatje tussen het Stadhuis en de Vestdijk ‘Oude Stadsgracht’. Om de nieuwe ingang van het Stadhuis te maken moet er dus gegraven worden in een gebied waar resten van de Eindhovense geschiedenis in de grond zitten. Dat betekent dus dat er eerst archeologisch onderzoek wordt gedaan.
Eerste resten gevonden
Bij de eerste proefsleuf werd inderdaad een stukje van de stadsgracht gevonden. Ria Berkvens, archeologe bij de ODZOB vertelt hierover. ‘De bouwers hadden dit misschien niet verwacht, maar wij vinden in de hele stad nog resten terug van het middeleeuwse Eindhoven. Vaak ook vlak onder de oppervlakte en dicht bij bestaande gebouwen zoals in dit geval het Stadhuis. Vroeger werd helaas weinig archeologisch onderzoek gedaan bij bouwwerkzaamheden, maar gelukkig groeven ze niet dieper dan noodzakelijk. Daardoor zijn de resten van de Stadsgracht vlakbij het Stadhuis gewoon blijven zitten.’
Geschiedenis vastleggen
De hele binnenstad van Eindhoven is op de Archeologische Waardekaart aangemerkt als gebied waar onderzoek nodig is voordat graafwerkzaamheden plaats mogen vinden. Dat is ook vastgelegd in het bestemmingsplan. De ODZOB houdt namens 17 gemeenten toezicht op de onderzoeken. Ria Berkvens: ‘Zo leren we steeds meer over de geschiedenis van onze regio. Want we weten wel veel, maar ook heel veel niet. In dit geval bijvoorbeeld hoe de stadsgracht op deze plek precies liep. Dat is namelijk een aantal keren veranderd, met name in de 80-jarige oorlog.’
Een Eindje geschiedenis
Brabant maakte lang deel uit van het ‘Bourgondische rijk’. Ria Berkvens: ‘Dat was de tijd van de Hertogen van Brabant; eigenlijk onze gouden eeuw. Eindhoven was toen een marktstadje met veel bedrijvigheid. Die bedrijven maakten gebruik van het water van de Stadsgracht, maar ook van de Dommel en de Gender. Dat veranderde tijdens de 80-jarige oorlog. Eindhoven lag op het strijdtoneel en had regelmatig te maken met wisseling van de macht: Spanjaarden en Hollanders belegerden de stad om en om. Het kasteel werd platgebrand en rond de stad werden ook verdedigingswerken aangebracht, zogenaamde redoutes. Die zien we terug op oude kaarten, maar we weten niet precies waar ze lagen.’
Wat hebben we gevonden?
Tot het begin van de jaren ’50 van de vorige eeuw stroomde ter hoogte van het huidige stadhuis de van oorsprong middeleeuwse stadsgracht. Tijdens het onderzoek is een deel van deze gracht weer teruggevonden. De gracht stroomde vroeger met een lichte bocht over het terrein en volgde het tracé van een oude, verveende loop van de Dommel. Tijdens de aanleg van de gracht is destijds dus gebruik gemaakt van het natuurlijke landschap. Dankzij een doorsnede door de gedempte stadsgracht weten we nu iets meer over de omvang en het uiterlijk. De gracht had oorspronkelijk een breedte van zo’n 15 meter en was 2,5 meter diep. De oudste vondsten die in de grachtvullingen werden aangetroffen dateren uit de 17e en 18e eeuw. Middeleeuws vondstmateriaal hebben we helaas niet aangetroffen, waaruit blijkt dat de gracht in het verleden regelmatig is uitgebaggerd. Bijzonder is een enorm pakket afvalmateriaal met glasscherven, aardewerkfragmenten en zelfs textielresten uit de periode 1800-1850.
Onverwachts werd tijdens het onderzoek een tweede wat kleinere gracht gevonden uit de 16e tot 17e eeuw. Deze gracht kwam ter plekke van het onderzoeksgebied uit op de stadsgracht. Mogelijk is deze tweede gracht in de Tachtigjarige Oorlog aangelegd.
Naar het noorden toe, richting de Catharinakerk, liep in het verleden de helling van het Dommeldal tamelijk steil op (de helling is nu grotendeels afgedekt door opgebrachte grondpakketten). Op deze helling werden zeven opmerkelijk grote, ronde kuilen uit de 13e of 14e eeuw aangetroffen. De kuilen hadden een doorsnede van 3 tot 5 meter en waren ongeveer 1 meter diep. Het lijkt erop dat de kuilwanden waterdicht waren gemaakt met een laagje klei en de verwachting is dat het gaat om volderskuilen, gebruikt in de textielproductie. In dergelijke kuilen werd wollen stof in een kuil met water, speciale vollersaarde, zeep en vaak ook urine gelegd, waardoor de wollen stof dichter van structuur werd (voller). Natuurlijk worden ook andere mogelijke functies van de kuilen in de toekomst onderzocht.
Alles wat is gevonden is opgetekend en vastgelegd. “Een archeologisch onderzoek is een boek wat je leest, maar dan wel een boek wat je maar één keer kunt lezen.”
Alles wat gevonden is zal straks in het Erfgoedhuis van de gemeente Eindhoven te zien zijn. In het Erfgoedhuis liggen duizenden archeologische en historische voorwerpen en foto’s die de geschiedenis van Eindhoven vertellen.
Comments are closed.